Onlangs werd in de Gentse gemeenteraad een verbod gestemd op het dragen van religieuze symbolen voor mensen die een openbare functie uitoefenen waarbij men in contact komt met het publiek. Dit verbod werd gestemd door een meerderheid van (meerderheidspartij) open-VLD en oppositiepartijen CD&V en VB, tegen de andere meerderheidspartijen Groen! en sp.a- Spirit in.
Dat dit vooral gericht was tegen moslimvrouwen en hoofddoekjes hoeft geen verdere uitleg, en over het nut van zo'n verbod in Gent, waar er zich vroeger nooit een probleem heeft gesteld, kan zeker gediscussieerd worden. De beslissing om de hoofddoek te verbieden was echter een democratische beslissing, spijtig genoeg met medewerking van een racistische partij maar men kan ook niet elk voorstel kelderen, omdat die partij eventueel zou kunnen meestemmen. Of de neutraliteit echt geschonden wordt is voor interpretatie vatbaar. Er zijn interessante argumenten aan te halen, pro en contra, maar dit doet eigenlijk niet meer ter zake. Een democratische beslissing werd getroffen en deze zal waarschijnlijk ook navolging krijgen in de toekomst.
Discussie gesloten zou je dan denken, maar dat was buiten OCMW- raad (tevens een stadsdienst maar politiek anders samengesteld) gerekend. Een meerderheid raadsleden van GROEN! en sp.a verwierp een dergelijk verbod voor het personeel van het OCMW, met het gevolg dat dus voor de ene stadsdienst zo'n verbod van kracht is en voor een andere dan weer niet. Als signaal naar de grote groep moslims in ons land lijkt me dit een nefaste houding, een staaltje onzinnige en populistische oppositie van deze twee linkse partijen waar niemand beter van wordt.
Linkse partijen dewelke, laten we dit niet vergeten, wel meestal met de meest genuanceerde standpunten naar buiten komen in verband met integratie, zeker in vergelijking met de partijen aan het rechtse spectrum van het politieke landschap.
In deze echter slaan ze volgens mij de bal volledig mis. Als we het goed menen met de integratie van moslims wordt het tijd dat de politieke partijen zich voor hun verantwoordelijkheid plaatsen. De politiek moet duidelijkheid scheppen, en niet op een populistische manier kiezers van vreemde afkomst proberen aantrekken of, langs de andere kant, ook niet op een eenzijdige en soms zelfs racistische manier de autochtone bevolking opjutten tegen mensen van vreemde afkomst.
Wanneer we dan zien dat de nieuwe SPIRIT- voorzitter Bettina Geysen vorige week op een persconferentie tijdens de nieuwjaarsreceptie van haar partij een roze hoofddoek draagt om 'een signaal te geven', dan heb ik daar serieuze bedenkingen bij. Ik vraag me af welk signaal mevrouw Geysen daar wil geven. Zeker wanneer dezelfde mevrouw in het discussieprogramma van canvas, Phara, op 14 januari toegeeft dat deze actie iets was om de aandacht te trekken naar haar partij. Waarna ze nog toevoegt dat dit de enige manier is voor haar partij om media-aandacht te trekken. Dit lijkt mij een zeer cynische houding voor de voorzitter van een links-liberale partij.
Om nog even verder in te gaan op het verbod in kwestie, mijzelf kan het eigenlijk weinig schelen wat iemand op zijn hoofd wil dragen maar ik ben toch eerder voorstander van een verbod om de simpele reden dat een hoofddoek de kansen in het verdere leven (werk, sociale integratie) stevig inperkt. Hetzelfde geldt voor mensen uit orthodox, joodse middens die hun eigen extreme uitingen van religie hebben. Men kan dit slecht vinden maar het is nu eenmaal de realiteit en dit zal hoogstwaarschijnlijk nooit meer veranderen in onze geseculariseerde maatschappij waar ook nog eens een groot deel van de bevolking ronduit afkerig staat tegen religieuze inmenging, als gevolg van onze eigen geschiedenis van overheersing door het katholicisme en andere krachten.
Het toelaten van het dragen van een hoofddoek bij een openbare functie, in contact met het publiek, zal andere moslimvrouwen de valse hoop geven dat het makkelijker zal zijn om werk te vinden waarbij men de hoofddoek kan dragen en hen dus in feite aanmoedigen om vast te houden aan het dragen ervan. Niet alle moslima's zullen echter in overheidsdienst kunnen werken en het is utopisch te denken dat dit in Europa sociaal aanvaard zal worden in een context waar de autochtone en veelal atheïstische bevolking, samenleeft met streng gelovige mensen van vreemde afkomst. Een minderheid van de autochtone bevolking zal misschien op een tolerante manier proberen om te gaan met extreme uitingen van religie maar een overgrote meerderheid zal er zich altijd tegen blijven verzetten, om nog niet te spreken over het hoge aantal mensen dat zich nu al geroepen voelt om voor racistische partijen te stemmen.
Om die reden zullen de meeste moslima's die een hoofddoek of een niqab dragen in het publieke leven, nooit volledig kunnen deelnemen aan onze maatschappij. Ze hebben natuurlijk de vrijheid om te doen en laten wat ze willen, maar toch zouden ze het zichzelf en hun omgeving heel wat gemakkelijker kunnen maken door de hoofddoek niet te dragen.
We kunnen het ook langs een andere kant bekijken. Een persoon die zijn haar groen wil verven en zijn gezicht wil piercen, die is in onze maatschappij vrij om te doen en te laten wat hij/zij wil maar die persoon zal wel de gevolgen moeten dragen, bijvoorbeeld bij het zoeken naar werk, het opbouwen van een sociaal netwerk etc. Daarom is het aangeraden dit niet te doen en dat kunnen we gerust doortrekken naar vrouwen die per se een hoofddoek willen dragen, tijdens hun job of zelfs met uitbreiding tijdens het publieke leven. De hoofddoek kan een even grote rem zijn op de sociale integratie. Het is moslima's hun goed recht om dit te doen maar is het ook de slimste keuze? Men kan aanvoeren dat men zijn eigen sociaal netwerk kiest en dat is natuurlijk waar, maar als men enkel in zijn eigen gemeenschap vertoeft zal dit de integratie niet bevorderen.
Nog ongemakkelijker wordt het wanneer we dit probleem bekijken op het vlak van tewerkstelling.
We leven in een maatschappij waar het leven steeds duurder wordt en het geen sinecure meer is om een gezin met 2 of 3 kinderen financieel te bekostigen en de kinderen onderweg nog een behoorlijke opvoeding mee te geven, in een situatie van tweeverdieners met een gemiddeld inkomen. In tegenstelling tot vroeger toen 1 kostwinner met een gemiddeld inkomen een groot gezin kon onderhouden.
Dit betekent dat nog meer vrouwen aan de slag zullen moeten gaan om in een degelijk gezinsinkomen te kunnen voorzien en dat geldt natuurlijk ook voor vrouwen uit streng religieuze middens. Dat is iets wat men in die middens waarschijnlijk niet graag zal horen, maar toch is het de realiteit. Het zal op termijn onhoudbaar zijn voor moslima’s om niet uit werken te gaan en tegelijkertijd een hele reeks kinderen op de wereld te zetten.
Onze verzorgingsmaatschappij zal in de toekomst niet meer kunnen instaan voor het gedeeltelijke onderhoud in deze kinderen, door middel van kinderbijslag en andere, zonder dat een meederheid van deze vrouwen bijdraagt aan de maatschappij in de vorm van belastingen op hun loon en met uitbreiding ook op het gebruik van goederen en diensten die met dat loon bekostigd worden. Er zou een te grote ongelijkheid ontstaan in de mate waarin bepaalde gezinnen van de staat afhankelijk zijn ten opzichte van de return die ze genereren terug naar de staat.
Als voorbeeld kunnen we streng religieuze gezinnen nemen met een groot aantal kinderen, waar meestal maar 1 persoon uit werken zal gaan tegenover bijvoorbeeld de modale gezinnen met tweeverdieners. Deze nemen vaak al minder kinderen uit economische noodzaak en omdat ze beseffen dat het heel moeilijk wordt om een groot aantal kinderen op te voeden in deze snelle en dure maatschappij.
Bovengenoemde ongelijkheid, onder andere, zal onvermijdelijk tot wrevel leiden bij een groot deel van de autochtone bevolking en in de kaart spelen van partijen die het minder goed voorhebben met de integratie van mensen van vreemde afkomst in het algemeen.
Dit hoeft men niet negatief te bekijken, want wanneer meer moslima's aan het werk zullen gaan, zal dit hun integratie bevorderen en die van hun gezinnen. Het zou dus een cynische houding zijn om moslima's voor te spiegelen dat het later allemaal wel goed komt met hen, ook als ze de hoofddoek willen dragen in het publieke leven en op het werk. Dat zal hen leuk in de oren klinken maar daarmee worden ze ook op het verkeerde been gezet, want onze maatschappij zal waarschijnlijk nooit meer echt tolerant worden ten aanzien van streng religieuze mensen, ook niet ten aanzien van streng religieuze christenen. Eén van de redenen hiervoor is dat, hier in Europa, een groot deel van de bevolking in de logica is gestapt dat we beter in onszelf en andere mensen geloven dan in één of andere goddelijkheid, dat ons leven zich hier en nu afspeelt en dat het niet slechts een aanloop is naar het hiernamaals.